Op 25 februari wordt op het Jonas Daniël Meijerplein de februaristaking van 1941 herdacht. Veel mensen weten wel dat de aanleiding voor deze wijdverbreide staking de eerste grote razzia's in Amsterdam waren, op 22 en 23 februari 1941. En dat de razzia's een vergelding waren voor de dood van NSB'er Hendrik Koot. Maar wie waren de bijna vierhonderd mannen die werden opgepakt - en waarvan er slechts twee de oorlog overleefden?
Historica Wally de Lang publiceerde in 2021 het boek De razzia's van 22 en 23 februari in Amsterdam. Het lot van 389 Joodse mannen. Dit boek is het resultaat van haar onderzoek naar de verhalen van deze mannen en hun gezinnen. “Naar de Februaristaking is veel onderzoek gedaan, maar naar de razzia’s veel minder,” zei ze in een interview met NRC op 31 augustus vorig jaar. “Het werd tijd dat de willekeurig opgepakte Joodse mannen een naam en een gezicht kregen.”
Onder de 389 veelal jonge mannen waren ook achttien mannen uit de Oosterparkbuurt. Ook zij werden eerst naar kamp Schoorl gebracht. Van daaruit gingen de mannen naar Buchenwald, Mauthausen of kasteel Hartheim, een berucht euthanasiecentrum. Eén van hen was Hijman Nol, voor wie nu elk jaar een verhalenposter hangt op Vrolikstraat 136-2. Geen van hen overleefde de oorlog.
Rose Bartholomé maakte de verhalenposter voor Hijman Nol:
"Hijman Nol (1907) was de oudste zoon van bakker Jacob Nol en Sophia van Praag. Hijman was geboren en getogen in de Vrolikstraat. Hij zat op een van de buurtscholen en had één jaar vervolgonderwijs. Hij werd bakker in een broodfabriek. Toen hij in slecht economisch tij werd ontslagen, schreef een ambtenaar van de Steun: 'De zoon is zonder werk en zal als Israëliet ook moeilijk werk vinden.' Hijman vond echter spoedig werk als melkbezorger. In december 1933 trouwde hij met Johanna Aandagt. Zij werkte in de huishouding. Hijman was nu radiomonteur.
Het lijkt erop dat ze niet gelukkig waren met elkaar; in augustus 1937 vertrok Johanna. Hijman werd marktkoopman. Vanaf mei 1936 stond hij met radioartikelen op de Zwanenburgwal en op de zondagsmarkt op Uilenburg. Vanaf 1940 had hij doordeweeks een vaste standplaats op het Waterlooplein.
Op zondag 23 februari 1941 werd Hijman door Duitse politieagenten op de Uilenburgmarkt opgepakt. Samen met honderden andere mannen werd hij via kamp Schoorl naar Buchenwald en Mauthausen gedeporteerd.
Op 11 augustus 1941 werd hij, 33 jaar oud, in de gaskamer van het nabijgelegen Slot Hartheim vermoord. Ook Hijmans ouders en zus Greta overleefden de oorlog niet. Zij werden alledrie in 1943 in Sobibor vermoord."
Hieronder vind je de namen van alle achttien opgepakte en vermoorde mannen uit de Oosterparkbuurt.
Hartog Barnstein, 28 jaar
Woonde op Vrolikstraat 311-3 met zijn vader Mozes. Gedeporteerd naar Hartheim.
Simon Bonewit, 34 jaar
Woonde op Tweede Oosterparkstraat 41 met zijn vrouw Grietje en hun zes kinderen. Gedeporteerd naar Mauthausen.
Jacob Frank, 23 jaar
Woonde op Vrolikstraat 301 met zijn ouders David en Eva. Gedeporteerd naar Hartheim.
Joseph Gaarkeuken, 31 jaar
Woonde op Iepenweg 11-2 met zijn vrouw Judith en hun zoons Abraham en Juda. Gedeporteerd naar Hartheim.
Israël Hamel, 22 jaar
Woonde op Vrolikstraat 97-3 met zijn zus Doortje en haar man David. Officieel in Mauthausen vermoord, maar vermoedelijk in Hartheim op 13 augustus 1941.
Hijman Nol, 33 jaar
Woonde op Vrolikstraat 136-2. Gedeporteerd naar Hartheim.
David Kiek, 30 jaar
Woonde op Eerste Oosterparkstraat 111-1 met zijn moeder Lea en zijn zus Esther. Gedeporteerd naar Hartheim.
Alexander de Leeuw, 31 jaar
Woonde op Vrolikstraat 92-1 met zijn vrouw Marie en hun zoontje Hijman. Gedeporteerd naar Mauthausen.
Simon Moscoviter, 19 jaar
Woonde op Derde Oosterparkstraat 42-1 met zijn moeder Eva en zijn zus Elisabeth. Gedeporteerd naar Mauthausen.
Willem van Moppes, 23 jaar
Woonde op Beukenplein 30 met zijn ouders Dina en Samson en zijn broers Jacob, Louis en Tobias. Gedeporteerd naar Mauthausen.
Jacob Philips, 30 jaar
Woonde op Eerste Oosterparkstraat 70-2. Hij was getrouwd en had een zoon, maar het is niet bekend of zijn vrouw en hun zoon bij hem woonden. Gedeporteerd naar Hartheim.
Aron Abraham Reindorp, 32 jaar
Woonde op Boerhaaveplein 22-3 met zijn vrouw Philippine en hun dochters Judith en Martha. Zijn vader Izak en zijn zus Betje woonden ook bij hen. Officieel in Mauthausen vermoord, maar vermoedelijk in Hartheim op 13 augustus 1941.
Levie Ritmeester, 24 jaar
Woonde op Vrolikstraat 313-3 met zijn vrouw Vogelina en hun kindje. Gedeporteerd naar Mauthausen.
Isaäc Smit, 34 jaar
Woonde op Eerste Oosterparkstraat 157-3 met zijn vrouw Rebecca. Gedeporteerd naar Mauthausen.
Izak Joel Stad, 34 jaar
Woonde op Vrolikstraat 66-2 met zijn vrouw Rebecca, hun zoon Hijman en hun dochter Hanna. Gedeporteerd naar Mauthausen.
Salomon Vischschraper, 21 jaar
Woonde op Vrolikstraat 281 met zijn vrouw Judith (die zwanger was van dochter Mia) en hun zoontje Levie. Gedeporteerd naar Buchenwald.
Alexander de Vries, 25 jaar
Woonde op Vrolikstraat 80-1 met zijn vrouw Betje (die zwanger was van dochter Sonja) en hun dochter Esther. Gedeporteerd naar Mauthausen.
Abraham van der Zijl, 20 jaar
Woonde op Vrolikstraat 419-1 met zijn ouders Heintje en Jonas en zijn zus Lena. Gedeporteerd naar Hartheim.
beeld: Joods Monument
댓글