top of page
Zoeken
  • emmischumacher

'Een koesterende plek'

Pjotr Gonggrijp zingt al twaalf jaar bij Hejmisj Zain. Hij was erbij toen het koor afreisde naar Polen om in Birkenau en Krakau te zingen. Hij vertelt over die gedenkwaardige reis, zijn eigen ervaringen tijdens de oorlog en hoe hij de optredens van Hejmisj Zain ervaart.   



‘Ik ben een tenor, een bariton-achtige tenor. Zenuwachtig ben ik niet als we optreden, wel gewoon gespannen. Als je dat niet bent ga je op je routine zingen, en dat is niet plezierig. Jules Bart, de dirigent, kan heel verfrissend met ons omgaan. Hij schudt ons behoorlijk los. Dus daarom zijn we een raar stelletje, haha. We zijn heel erg op hem gesteld. 


Ik ben niet Joods, ik ben wel aangetrouwd verwant van Joodse mensen. In de oorlog heb ik in een kamp in Java gezeten, met mijn moeder. Ik had een jaar tyfus gehad, maar ik had het overleefd, wat een wonder was. Toen was ik negen. Ik kwam terug in het kamp, en mijn moeder wist niet dat ik het overleefd had. Die leefde op toen ze mij zag. Dan voel je je natuurlijk zó, duim omhoog.  


Omdat ik nog wel zwak was, kon ik als dagpatiënt naar het kinderziekenhuis. En daar was een vrouw, die was hoofd van de verpleging chirurgie in Soerabaja geweest voordat ze in het kamp kwam. Die zag dat het in het ziekenhuis dat geïmproviseerd werd in het kamp, niet goed ging. Ze zocht een paar tienermeisjes uit, en zei: we geven aandacht aan de kinderen, dat is het beste wat we kunnen doen. Dus ja, als ik wat kon verzinnen, een spelletje, om de aandacht van een kindje te vangen, dan was dat meegenomen. Voor mezelf, en voor het kindje. Die vrouw en de tienermeisjes keken wel naar ons om. Dus het was veilig. 


Met het eerste schip dat naar het westen ging, zijn we weggegaan. Mijn grootouders woonden in Den Haag, dat is nogal een Indische stad, zoals Amsterdam een Joodse stad is. Dat betekende dat er vrij goede opvang was. Met maar één jaar vertraging ben ik het onderwijs in gegaan. 


Het is heel gescheiden, de Indische en de Europese beleving van de oorlog, maar er zit ook overlap in. Ik zat net bij het koor toen we werden uitgenodigd om in Polen te komen zingen. Op de derde dag zeiden we eerst kaddisj in Auschwitz, en daarna hebben we gezongen in Birkenau. Het koor had aan Willy Bril, die toen nog leefde, gevraagd om een vertaling van de Muathausen-liederen te maken. Dat was heel emotioneel, om die daar te zingen. Op een hele mooie, koude, zonnige dag in mei. 


Overal waar we optreden leeft het publiek mee. Dat merk je, dat voel je.

We waren ook uitgenodigd om in de liberale sjoel in Krakau te zingen. Het mooie was dat de mensen uit de orthodoxe sjoel ook daarheen kwamen om te luisteren. En zelfs uit Warschau waren wat mensen gekomen. Ze hadden nog nooit zo’n levendig stel gezien en gehoord, zeiden ze ons later. En wij zo’n aandachtig gehoor ook niet. 


We liepen ook rond in Kazimierz, de oude Jodenstad in Krakau. In sommige opzichten beleven we hetzelfde op onze eigen manier. Soms moest ik me gewoon echt even terugtrekken, om me niet helemaal erin te verliezen. Dan vroegen de anderen op een gegeven moment, waar was je? Zei ik, ja, ik ben eventjes ergens achteraf gaan zitten.


We doen wel een stuk of vier, vijf herdenkingen in de loop van het jaar. In februari zingen we bij het Joods Monument, bij de Stopera. En ook in Schoorl, in de duinen, daar staat ook een klein monumentje. We hebben in Groningen en Enschede gezongen, in de sjoel in Deventer, in Maastricht en in Middelburg. En er is een plan om in Osnabrück te gaan zingen. 


Overal waar we optreden leeft het publiek mee. Dat merk je, dat voel je. Ik voelde dat op het Kastanjeplein heel sterk. Het was zo ingetogen. De bomen zijn bijna zevenarmige kandelaars. Het is een koesterende plek.’ 



Meer informatie over Hejmisj Zain vind je op https://hejmisjzain.nl. De foto van het koor op het Kastanjeplein is gemaakt door Caecilia van der Drift.

52 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page